Iedere smaak is weer anders. Wat de één een goede combinatie vindt, vindt een ander misschien weer tegenvallen. Dat maakt het kiezen van een goede wijn en spijs combinatie een stuk lastiger. Gelukkig zijn er wat tips om die keuze wat makkelijker te maken.
Test het zelf
Vooral wanneer je ook meerdere gerechtjes hebt, bijvoorbeeld bij een borrel, kan combineren lastig zijn. Maak dan een klein beetje van al die gerechtjes en proef verschillende soorten wijnen die je op het oog hebt bij al die verschillende smaken. Op een vel papier kun je vervolgens aanvinken welke combinaties goed waren. De wijn met de meeste vinkjes bij de gerechten wint en kan opengetrokken worden. Vooral bij een borrel met meerdere gerechten en smaaksensaties is het lastig een wijn te vinden die overal bij past. Leg je er dan ook maar bij neer dat niet elke combinatie gaat werken.
Smaaksensaties
Om te weten welke wijn bij welk gerecht past, is het belangrijk om op de hoogte te zijn van de smaaksensatie. Dit geldt voor zowel de smaaksensatie van het gerecht als van de wijn. Bij een zware wijn is het zonde om een licht gerecht te zetten en andersom. De één walst anders zo over de ander heen. Een handige strohalm is om te kijken naar het alcoholpercentage. Een hoger alcoholpercentage geeft al vaak een krachtige wijn aan.
Niet zwart wit
Rood bij vlees en wit bij vis hoeft niet. Het is niet zo zwart wit wanneer het op combineren aankomt. Zo past een licht gekoelde Pinot Noir heel goed bij een stuk zalm. Het is vooral belangrijk om te kijken naar de sterkste smaken in een gerecht en daar de wijn op aan te passen. Een bepaalde vinaigrette, geitenkaas, blauwe kaas of iets anders met een sterke smaak kan een wijn maken of breken. Citroen is ook zo’n geval. Dat heeft zoveel zuur dat sommige wijnen volledig wegvallen. De wijn moet daarom ook goede zuren hebben. Ga dan voor een Italiaanse rode wijn of voor een witte wijn van Riesling, Sauvignon Blanc, Verdejo of Arneis.
Basissmaken
Er zijn een aantal basissmaken die we onderverdelen in zoet, zuur, zout, bitter en vet. Als een gerecht zoet is, dan moet de wijn net zo zoet zijn of zelfs zoeter. Een wijn smaakt anders al snel erg bitter. Zuur in een wijn klinkt negatief, maar is juist goed. Het zorgt voor balans. Bij zuur in je gerecht past dan ook een wijn met zogenoemd scherp randje. Hetzelfde geldt voor zoute gerechten. Verder hoort bitter bij bitter. Bittere gerechten, zoals met witlof en rucola, mogen best geserveerd worden met een wijn waar een bittertje inzit. Veel witte Italiaanse wijnen hebben een bittertje. En is een gerecht vet? Dan past een flink veel zuren of tannines.
No Responses Yet