een laminaatvloer via
Laminaat leggen is redelijk eenvoudig, het is snel te realiseren waardoor je het prima zelf kunt doen. Een goede voorbereiding is het halve werk. Bebo laminaat geeft een handig stappenplan en een aantal tips, zodat je goed voorbereid aan deze klus kunt beginnen en je gegarandeerd nog jarenlang van je nieuwe vloer kunt genieten.
De ondervloer
Het leggen van laminaat begint met de ondervloer. Voordat deze gelegd kan worden, is het belangrijk dat de (beton)vloer vlak en schoon is. Is het niet vlak, dan moet je de vloer eerst egaliseren. Zorg verder dat de vloer goed geveegd is, zodat er geen vuil meer ligt. Als je een vloer in een nieuwbouwwoning of een woning na waterschade gaat leggen, is het aan te raden om het vochtgehalte te meten voordat je begint. Het vochtgehalte mag niet meer dan 3 procent zijn.
Tip: Leg de ondervloer niet in een keer, maar verdeel het. Als een deel ondervloer is gelegd, leg er dan direct het laminaat op, zodat bij het zagen en leggen geen stof en afval op het folie komt.
De voorbereiding voor het leggen van laminaat
Inspecteer de ruimte waar de vloer gelegd wordt goed. Kijk bijvoorbeeld goed waar de verwarming en de pijpleidingen zitten. Als je de vloer in verschillende ruimtes legt, begin dan zo met het leggen dat er in de andere ruimtes verder kan worden gelegd. Bedenk verder in welke richting je de planken gaat leggen, als je het laminaat in de lengterichting van de kamer te legt, geeft dit een groter effect aan de ruimtes.
Tip: Bekijk bij het leggen van de vloer steeds de volgende plank goed om te controleren op eventuele beschadigingen.
Stappenplan: het leggen van je laminaatvloer
1. Als je een vloer legt, kun je het beste aan de kant van de verwarming beginnen. Het is belangrijk dat je eerst goed de maten opneemt voor je aan de slag gaat en dat je alles klaar legt.
2. Zorg ervoor dat de naad van de eerste plank op het midden van de verwarmingspijpen uitkomt. Op deze manier werk je eenvoudig om de pijpjes heen en valt het mooier.
3. Zet vervolgens ongeveer 10 mm langs de muur de stelblokjes neer.
4. Zaag alle planken van de eerste rij op dezelfde lengte als je hebt gemeten bij de verwarming. De kant waarbij het kliksysteem uitsteekt zaag je af en komt tegen de muur. De eerste rij kun je vrij eenvoudig in elkaar klikken, omdat je alleen de korte kant in elkaar klikt.
5. Werk bij het leggen van links naar rechts en plaats het uitstekende deel van de klikverbinding schuin in de voorgaande plank. Kijk goed of de planken gelijk lopen. Vervolgens beweeg je de rechterplank naar beneden. Af en toe kun je het heen en weer bewegen voordat de verbinding daadwerkelijk vast klikt.
Tip: Zorg bij het leggen van de eerste rij dat de planken gelijk op lopen, zodat de volgende rij mooi aansluit.
6. Bij de daaropvolgende rijen is het van belang dat de eerste plank steeds op een andere lengte wordt afgezaagd, zodat de naden van de korte kant verspringen. De planken die aan het einde van de rij worden afgezaagd gebruik je weer voor het begin. Bij een nieuwe rij klik je de eerste plank op dezelfde manier op de lange zijde.
7. Bij de volgende planken is het handig de voorgaande plank een stukje schuin te zetten. Til de plank aan de lange zijde iets op. De volgende plank plaats je aan de korte zijde in de klikverbinding. Hierdoor ontstaat op de lange zijde een kier van een paar millimeter. Tik vervolgens met het aanslagblok de kier dicht. De planken kunnen dan weer plat worden gelegd, dit gaat gemakkelijk.
Tip: Laat de stelblokjes van de eerste rij aan de lange zijde staan tijdens het leggen. De blokjes aan de korte zijde kun je weghalen als je een aantal rijen hebt geplaatst.
8. Aan het einde van iedere rij kun je de plank afzagen. Zet hiervoor een stelblokje tegen de muur om de afstand te bepalen. Draai de plank die afgezaagd moet worden om, anders steekt de klikverbinding aan de verkeerde kant uit. Hou de plank tegen het stelblokje en zet met potlood een streepje bij het uiteinde van de vorige plank. Trek een recht lijn en zet een kruis aan de kant bij de muur. Hierna zaag je de plank af, zodat de plank niet te groot of te klein wordt.
9. Als de vloer is gelegd, kunnen alle stelblokjes worden verwijderd en begin je met de afwerking. Er zijn verschillende manieren om de vloer netjes af te werken, zoals afdeklatten en de plinten. Bij de trap kun je eventueel ook een metalen strip plaatsen, want deze beschadigt minder snel.
Tip: wanneer de uiteinden van de latten niet mooi op elkaar aansluiten, kun je met een schuurpapiertje het mooi passend maken.
het leggen van een laminaat vloer via Bepo laminaat
Afdeklatten
Afdeklatten liggen op de vloer, tegen de kant aan. Leg de latten eerst op de juiste plek om te zien of het past. Er zit een sterke lijm onder de lat en het is belangrijk om het gelijk goed te plaatsen. Wanneer de lat goed ligt, maak je de vloer vetvrij. Als de latten zijn geplaatst is het aan te raden om ze met een schietpistool vast te zetten. Dan is het zeker dat ze op hun plek blijven liggen.
Plinten
Bij opstaande plinten tegen de wand wordt eerst een houten achterlat geplaatst om de afwerkplint op vast te schroeven. De houten latten lijm je vast aan de muur. De plinten zaag je recht af met een decoupeerzaag. Voor de hoeken zijn speciale hoek- en eindstukjes verkrijgbaar en bij de deurposten gebruik je afdeklatten. Bevestig de plint aan de muur met een koperen spijkertje elke 15-20 cm in het midden van de plint.
Onderhoud van je laminaat
Het onderhoud van de vloer is belangrijk. Het laminaat houd je het beste schoon door het te stofzuigen met een zachte borstel. Vast vuil verwijder je met een licht vochtige doek, gebruik hiervoor een schoonmaakmiddel dat geschikt is voor laminaat. Gebruik vooral geen ammoniak, chloor of schuurmiddelen.
Geniet van je nieuwe, zelf gelegde vloer!
een laminaatvloer via
No Responses Yet